Onkruidbestrijding Eindhoven
Onkruidbestrijding gebeurt vaak op een traditionele manier met chemicaliën. Echter zijn de wetgevingen rondom deze manier fors aangescherpt de laatste jaren. Daarnaast tast deze vorm van onkruidbestrijding de bestrating erg aan waardoor er eerder nieuw onkruid of mos zal ontstaan. En dat ecologisch proces herhaalt zich steeds sneller.
Door onkruid te besproeien met heet water is een duurzame maar ook uiterst effectieve manier van onkruidbestrijding. Doordat er geen gebruik gemaakt wordt van chemicaliën is dit een zeer milieuvriendelijk alternatief in Eindhoven. Studies van verschillende universiteiten zijn ook unaniem in hun oordeel dat onkruidbestrijding met heet water uiterst effectief is en daardoor dus het beste alternatief. Hoe werkt dit dan? Door het onkruid te besproeien met heet water +/- 99.5C wordt de celstructuur van het onkruid vernietigd en wordt de plant tot in de wortel bestreden. Hierdoor sterft het onkruid af en verdwijnt het. Heet water is daarnaast ook effectief in de bestrijding van mos en algen.
Er bestaan verschillende technieken voor deze manier van bestrijding. Zo zijn er aangebouwde flexibele spuitkappen of vast sproeibalken voor montage op een voertuig of kan er met behulp van sproeilansen of een handspuitbalk ook met de hand bestreden worden. Voor ieder perceel in Eindhoven en omgeving de juiste oplossing om effectief af te rekenen met onkruid. C. van Mierlo is dé partij die bedrijven, organisaties en particulieren verder helpt met onkruidbestrijding Eindhoven op een duurzame en milieu verantwoorde wijze.
Hoe werkt ecologische onkruidbestrijding Eindhoven?
Met onze speciale machine kunnen we onkruid besproeien met heet water (99,5 °C). Hierdoor wordt de celstructuur van het onkruid vernietigd en tot in de wortel bestreden.
De resultaten?
Diverse universiteiten zoals die van Gent (BE), Kopenhagen (DK) en de universiteit van Wageningen (NL) trekken unaniem de conclusie dat onkruid bestrijden met heetwater één van de meest effectieve methodes is. Zie de grafiek (uit onderzoek van Prof. P. Kristoffersen / Universiteit van Kopenhagen).